De slimste aanpak bij een bloedafname

Over dit thema zijn er heel wat vragen. Dien je nuchter te zijn voor een bloedafname om accuraat jouw schildklierpanel in kaart te kunnen brengen? Dien je dan jouw schildkliermedicatie te nemen voor of na de bloedprik? Hoe het bovendien zit met andere bloedwaarden en suppletie leg ik in dit artikel verder uit.

Een bloedafname plannen doe je zo

Om goed ingesteld te blijven op jouw medicatie, plan je best tijdig een bloedafname met je arts.

In België hebben we een bloedafname formulier voor nodig van onze arts. Gelukkig staan de meeste artsen er wel voor open om zaken aan te duiden op dit formulier die jij belangrijk vindt.
[1]

In Nederland staan artsen er niet steeds voor open om een uitgebreide bloedafname te doen. In dit geval kan je terecht op
www.bloedwaardentest.nl/?ref=leendemulder om zelf een volledig schildklierpanel en eventueel andere waarden te laten prikken.

Hoe vaak moet je dan een bloedafname plannen? Dat is een beetje afhankelijk van jouw situatie:

  • Ben je nog aan het instellen op jouw medicatie, dan evalueer je best na 6 weken met een bloedprik of de nieuwe dosis medicatie voor jou passend is. [2]
  • Heb je nog veel klachten en zijn je bloedwaarden vaak erg wisselend, dan doe je best nog een bloedafname elk kwartaal, dat wil zeggen 4x per jaar.
  • Heb je minder klachten, zijn je bloedwaarden vrij stabiel en/of ben je zelfs in remissie dan is een bloedprik 2x per jaar voldoende. Slechts 1x per jaar controleren kan te weinig zijn om kort op de bal te kunnen spelen wanneer je immuunsysteem opflakkert. Maar het is natuurlijk aan jou om samen met je arts hierin de balans te bepalen.

    Opgelet: deze situaties die effect kunnen hebben op de dosering van je schildkliermedicatie:
    • Verandering van gewicht (bijv. afvallen/aankomen)
    • Leeftijd (ouder worden – minder massa)
    • Overgang/menopauze
    • Ziekte bijv. griep of corona
    • Stress
    • Stoppen met roken

Voorwaarden voor een zo accuraat mogelijk resultaat

Om accurate bloedresultaten te bekomen, dien je volgende zaken in acht te nemen:

  • Vergeet niet: "eerst prikken, dan slikken." Dit zinnetje zal je helpen om te onthouden dat je nooit je medicatie voor de bloedafname neemt, maar wel direct daarna. Makkelijkerwijs doe je een bloedafname dus in de vroege ochtend, zodat je daarna je medicatie neemt en verder kan met je dag.
  • Gebruik bij voorkeur steeds hetzelfde laboratorium. Elk labo gebruikt verschillende referentiewaarden en het is dan minder eenvoudig om je resultaten te vergelijken.
  • Stop minimaal 1 week voor de bloedafname met het slikken van een Biotine supplement. Biotine is vitamine B8 en kan je vaak terugvinden in een multivitamine en B-complex. Dit kan storend zijn in de resultaten van je schildklierwaarden.
  • Pak het slim aan. Ga niet zelf spelen met je dosering, maar evalueer telkens met je arts na 6 weken consequente inname.
  • Gebruik ook altijd hetzelfde merk van medicatie en controleer steeds of je apotheker jou het juiste merk meegeeft.

Natuurlijk is het allereerst van belang dat je de medicatie goed opneemt, anders kan je ook niet controleren wat het dan effectief voor je doet:

  • Neem je medicatie nuchter in de ochtend. Leg ze eventueel al klaar op je nachttafeltje of in de badkamer naast je tandenborstel.
  • Gebruik je medicatie elke dag consequent.
  • Wacht 30 minuten tot 1 uur met eten, koffie drinken en andere medicatie nemen.
  • Laat minstens 4 uur tussen de inname van je schildkliermedicatie en mineraalrijke supplementen zoals magnesium, ijzer, selenium en calcium.
  • Let op met maagzuurremmers, ze kunnen een nadelig effect hebben op de opname van je schildkliermedicatie
  • Indien je een opnameprobleem vermoedt, kijk dan ook naar problemen in de dunne darm. Sommige bronnen vertellen dan het nemen van 500 mg vitamine C in dit geval kan helpen.

Wat met andere bloedwaarden zoals vitamines en mineralen?

Naast het bepalen van je schildklierpanel (bestaande uit TSH, FT4, FT3 en de antistoffen) [3] kan het handig zijn om deze zaken mee te laten bepalen:

  • Vitamine D
  • Vitamine A
  • Vitamine B11: ook wel foliumzuur genoemd.
  • Vitamine B12
  • Selenium
  • Ijzer
  • Ferritine: hiermee weet je hoeveel ijzer er opgeslagen zit.
  • Zink
  • Koper
  • Magnesium

Al deze stofjes zijn van belang in de aanmaak, omzetting en opname van schildklierhormoon.

Tekorten aan deze stofjes kunnen ervoor zorgen dat je jouw medicatie niet goed kan benutten.


Wil je arts niet meewerken in het prikken van je FT3-waarde, vitaminen, mineralen en/of antistoffen?
Overweeg dan een extra test af te nemen bij
Bloedwaardentest.nl
Er zijn veel prikpunten te vinden in Nederland (ook vlakbij de Vlaamse Grens) zodat je makkelijk de bloedafname kan doen. Sowieso dien je het resultaat goed te bespreken met je arts en therapeut. Ga niet zelf dokteren, tenzij je goed getraind bent hierin. Wens je een second opinion? Dan kan je met mij een kompasgesprek inboeken via deze link.

Tot slot nog dit:

Je bloedwaarden zijn ondergeschikt aan je gevoel. Je moet dus vooral afgaan op hoe je je voelt en of je klachten al dan niet verbeteren. Blijf ook alert op klachten van overdosering, zoals hartkloppingen.

Lees hier meer over
schildkliermedicatie.

Ga ook met je leefstijl aan de slag, want ook leefstijl-factoren kunnen ervoor zorgen dat je jouw medicatie niet goed kan benutten. Medicatie kan niet zomaar alles oplossen.
De kracht zit in de en-en !

Hopelijk kan je hiermee al een eind verder.

Van harte veel succes ermee.

Meer blogartikelen vind je binnenkort hier:

Het belang van schildkliermedicatie

Coming soon

6 grote oorzaken van de ziekte van Hashimoto

De invloed van stress
op Hashimoto


Blijf je graag op de hoogte?

Schrijf je in op mijn maandelijkse nieuwsbrief en krijg inspirerende weetjes en tips in jouw inbox.

*Uitschrijven kan altijd. Ik ga je niet spammen, beloofd! :)